Tijdens de tekstingave kan met de toets # tussen de normale tekstingave, tekstingave met automatische woordherkenning (T9), de cijfermodus en hoofd- en kleine letters worden gewisseld.

Om een speciaal teken in te geven, de toets *+ ingedrukt houden en met de navigatietoets een speciaal teken kiezen.

Om in de lettermodus een cijfer in te geven, de overeenkomstige cijfertoets ingedrukt houden.

Om met de ingave van een woord te beginnen, één van de toetsen 2 abc t/m 9 wxyz indrukken.

De betreffende toets zo vaak indrukken tot het gewenste teken wordt weergegeven.

Om een spatie in te voegen op de toets 0 drukken.

Om een teken links van de cursor te wissen, de keuzetoets Wissen indrukken. Afb. 1.

Om met de ingave van een woord te beginnen, één van de toetsen 2 abc t/m 9 wxyz indrukken.

Voor elke letter van het woord slechts eenmaal de betreffende toets indrukken, ook als de gewenste letter bij het ingeven niet op het display wordt weergegeven.

Geef alle letters van het woord in.

Als er meer dan één voorstel in het woordenboek voorkomt, kunt u de navigatietoets omhoog/omlaag drukken en het gewenste woord kiezen.

Om een spatie in te voegen en daarmee het gewenste woord te bevestigen, de toets 0 indrukken.

Om een teken links van de cursor te wissen, de keuzetoets Wissen indrukken.

Als een woord niet in het woordenboek beschikbaar is, kunt u via de keuzetoets Opties en de functie Woord invoegen een woord toevoegen. Het woord wordt in het sms-bericht overgenomen en in het woordenboek opgeslagen.