Als de functie is gekozen, kunnen alle instellingen achterin via de airconditioning in de bestuurdersruimte worden uitgevoerd. Gelijktijdig kan de airconditioning achterin niet worden bediend. De functie wordt na een bepaalde tijd of als u op één van de draaiknoppen in de bestuurdersruimte drukt, uitgeschakeld.

De gevoeligheid van de automatische circulatiefunctie kan van uit tot gevoelig worden ingesteld. Bij ingeschakelde circulatiefunctie wordt de circulatie automatisch geregeld. Als de ruiten beslaan, moet u op toets drukken.

U kunt de voetenruimtetemperatuur kouder of warmer zetten.

Voor de sterkte van de luchtstroom kan zacht, middel of intensief worden gekozen. Bij wagens met start-stopsysteem kan tussen eco, middel en intensief worden gekozen. De automatische airconditioning werkt in de instelling eco bijzonder zuinig.

In de rijmodus efficiency^* (drive select Link) wordt de aircostand eco automatisch ingesteld. Het is echter wel mogelijk om bij ingestelde modus efficiency^* de aircostand te wijzigen. Daarbij blijven alle andere efficiency-instellingen actief.

Als u ontwasemen hebt ingeschakeld, wordt bij de instelling auto de voorruitverwarming automatisch geregeld.

Bij ingeschakelde koelvloeistofverwarmer wordt bij hybrideaandrijving^*/dieselmotor^* het interieur sneller verwarmd. Bij de instelling auto (alleen voor dieselmotoren) wordt de koelvloeistofverwarmer automatisch geregeld.

Bij de instelling auto wordt de interieurvoorventilatie automatisch geregeld.

Nadat het contact is uitgeschakeld, kan de interieurvoorventilatie met behulp van zonne-energie worden ingeschakeld, mits