U kunt alleen het bestuurdersportier of alle portieren en de achterklep via de centrale vergrendeling ontgrendelen.
U kunt in het infotainment* vastleggen welke portieren met de centrale vergrendeling worden ontgrendeld.
Kies: functietoets CAR > keuzetoets Systemen resp. Car systemen > Wageninstellingen > Centrale vergrendeling > Portierontgrendeling.
Als u alle kiest en de knop
op de sleutel met radiografische afstandsbediening indrukt, worden alle portieren en de achterklep ontgrendeld.
op de sleutel met radiografische afstandsbediening indrukt, worden alle portieren en de achterklep ontgrendeld.Als u Bestuurder kiest en de knop
op de sleutel met radiografische afstandsbediening indrukt, wordt alleen het bestuurdersportier ontgrendeld. Bij wagens met comfortsleutel wordt alleen het portier ontgrendeld, waarvan u de portiergreep beetpakt.
op de sleutel met radiografische afstandsbediening indrukt, wordt alleen het bestuurdersportier ontgrendeld. Bij wagens met comfortsleutel wordt alleen het portier ontgrendeld, waarvan u de portiergreep beetpakt.Bij de instelling Bestuurder* kunt u nog steeds alle portieren en de achterklep ontgrendelen, wanneer u tweemaal op de knop
drukt resp. de sleutel tweemaal kort achterelkaar linksom -A- draait.
drukt resp. de sleutel tweemaal kort achterelkaar linksom -A- draait.