Audi Q7 Starten en rijde... Warm en koud 2-zone automatische ...
Geldt voor wagens met 2-zone automatische comfortairco
Wij adviseren u, de toets AUTO in te drukken en de temperatuur op 22 °C in te stellen.
Afbeelding 99Automatische comfortairco: Bedieningselementen
Afbeelding 99Automatische comfortairco: Bedieningselementen
De functies worden in- en uitgeschakeld als de toetsen worden ingedrukt. De led in de betreffende toets resp. de betreffende draaiknop brandt als de functie is ingeschakeld. Met draaiknop -1- wordt de aanjager en met draaiknoppen -2- de temperatuur ingesteld. Als u draaiknop -2- indrukt, wordt de automatische functie resp. de A/C-functie geactiveerd of gedeactiveerd. De bestuurders- en bijrijderszijde kunnen afzonderlijk worden ingesteld.
OFF Airconditioning in- en uitschakelen
De airconditioning wordt met de toets OFF in- en uitgeschakeld. Deze wordt ook ingeschakeld als u op een andere toets resp. een draaiknop drukt. Bij uitgeschakelde airconditioning wordt de luchttoevoer van buiten afgesloten.
A/C Koelfunctie in- en uitschakelen
Bij uitgeschakelde koelfunctie wordt de lucht niet gekoeld en ontvochtigd. Hierdoor kunnen de ruiten beslaan. Bij buitentemperaturen onder 0 °C schakelt de koelfunctie automatisch uit.
Koelfunctie in- en uitschakelen
Bij uitgeschakelde koelfunctie wordt de lucht niet gekoeld en ontvochtigd. Hierdoor kunnen de ruiten beslaan. Bij buitentemperaturen onder 0 °C schakelt de koelfunctie automatisch uit. Bij ingeschakelde koelfunctie wordt het wageninterieur zo snel mogelijk gekoeld en ontwasemd.
Circulatiefunctie in- en uitschakelen
In de circulatiefunctie wordt de lucht in het interieur gecirculeerd en gefilterd. Hierdoor wordt verregaand voorkomen dat verontreinigde buitenlucht in het interieur van de wagen terechtkomt. Wij adviseren u, om de circulatiefunctie in te schakelen als u door een tunnel rijdt of in een file staat .
De circulatiefunctie wordt met de toets in- en uitgeschakeld. De circulatiefunctie kan ook worden uitgeschakeld door draaiknop -2- (linkerzijde) of de toets in te drukken.
AUTO Automatische regeling inschakelen
De automatische regeling zorgt voor constante temperaturen in het interieur van de wagen. Luchttemperatuur, luchthoeveelheid en luchtverdeling worden automatisch geregeld.
Temperatuur instellen
De temperatuur kan tussen +16 °C en +28 °C worden ingesteld. Buiten dit bereik verschijnt op het display van de airconditioning LO of HI. In beide eindstanden draait de airconditioning voortdurend met maximaal koel- of verwarmingsvermogen. Hierbij is er geen temperatuurregeling.
Aanjager instellen
U kunt de door de aanjager geproduceerde luchthoeveelheid handmatig aan uw behoeften aanpassen met draaiknop -1-. Om de aanjager automatisch te laten regelen, drukt u op draaiknop -2- (linkerzijde).
/ / Luchtverdeling instellen
U kunt met de toetsen instellen, uit welke roosters de lucht moet stromen. Om de luchtverdeling automatisch te laten regelen, drukt u op draaiknop -2- (linkerzijde).
/ * Stoelverwarming/-ventilatie* instellen
Als u de toets indrukt, is de stoelverwarming of -ventilatie op de hoogste stand 3 ingeschakeld. De temperatuurstand kunt u aan de hand van de leds vaststellen. Om de temperatuur te verlagen, drukt u opnieuw op de toets. Om de stoelverwarming of -ventilatie uit te schakelen, drukt u zo vaak op de toets, dat er geen led meer brandt.
De stoelverwarming of -ventilatie regelt na 10 minuten automatisch van stand 3 naar stand 2.
Ontwasemen in- en uitschakelen
De voorruit en zijruiten worden zo snel mogelijk ontwasemd resp. ontdooid. De maximale luchthoeveelheid stroomt overwegend uit roosters onder de voorruit. De circulatiefunctie wordt uitgeschakeld. De temperatuur moet op 22 °C of hoger worden ingesteld. De temperatuurregeling gebeurt automatisch.
De ontwasemingsfunctie wordt uitgeschakeld door op draaiknop -2- (linkerzijde) te drukken.
Geldt voor wagens met voorruitverwarming*: bij lage buitentemperaturen wordt de voorruitverwarming extra naast de aanjager ingeschakeld. De toets langer indrukken. De led in de toets knippert.
Achterruitverwarming in- en uitschakelen
De achterruitverwarming werkt alleen bij draaiende motor en wordt afhankelijk van de buitentemperatuur na 10 tot 20 minuten automatisch uitgeschakeld.
Om de achterruitverwarming permanent in te schakelen, de toets langer dan 3 seconden indrukken. Dit blijft opgeslagen totdat het contact wordt uitgeschakeld.
Luchtroosters
Met de kartelwielen kunnen de middelste en buitenste luchtroosters in de bestuurdersruimte alsmede in de middenconsole achterin en in de portierstijlen worden geopend en gesloten. Met de hendels kan de uitstroomrichting van de roosters worden veranderd.
Restwarmte
U kunt bij uitgeschakeld contact de functie restwarmte activeren, als u draaiknop -2- (linkerzijde) indrukt. Hierbij wordt de resterende warmte van de koelvloeistof gebruikt om het interieur te verwarmen. De functie restwarmte wordt na ca. 30 minuten automatisch uitgeschakeld.
ATTENTIE
  • U moet de circulatiefunctie niet gedurende langere tijd ingeschakeld laten, omdat er geen frisse lucht wordt aangevoerd en bij uitgeschakelde koelfunctie de ruiten kunnen beslaan - gevaar voor ongevallen!
  • Personen met beperkte pijn- of temperatuurwaarneming kunnen bij gebruik van de stoelverwarming verbrandingen oplopen. Deze personen mogen de stoelverwarming niet gebruiken - gevaar voor verwondingen!
VOORZICHTIG
Niet op de knieën op de stoelen gaan zitten of ze op een andere manier over een klein oppervlak belasten, om de verwarmingselementen van de stoelverwarming niet te beschadigen.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie.