Audi Q7 Bestuurdershulps... Parkeerhulpsyste... Inparkeersystee...
Geldt voor wagens met inparkeersysteem
Het inparkeersysteem helpt de bestuurder bij het in- en uitparkeren.
Afbeelding 184Principeafbeelding: Achteruit fileparkeren -A-, achteruit haaks inparkeren -B-
Afbeelding 184Principeafbeelding: Achteruit fileparkeren -A-, achteruit haaks inparkeren -B-
Afbeelding 185Principeafbeelding: Vooruit fileparkeren zonder voorbijrijden -C-, vooruit haaks inparkeren met voorbijrijden -D-
Afbeelding 185Principeafbeelding: Vooruit fileparkeren zonder voorbijrijden -C-, vooruit haaks inparkeren met voorbijrijden -D-
Het inparkeersysteem helpt u bij het vinden van geschikte parkeerruimtes en het hierin inparkeren. U kunt achteruit in file- -A- en haakse parkeerruimtes -B- inparkeren en vooruit uit fileparkeerruimtes uitparkeren. Daarnaast kunt u vooruit in haakse parkeerruimtes inparkeren, als u zelf al naar de parkeerruimte toe gereden bent en de wagenvoorzijde in de parkeerruimte staat -C- of de parkeerruimte al voorbij bent gereden -D-. Bij mogelijkheid -D- rijdt de wagen terug -1-, wordt in de juiste positie gebracht en daarna wordt vooruit op de parkeerruimte af gereden -2-.
De parkeerruimte kan zich tussen twee wagens of achter een wagen bevinden. De bestuurder parkeert zoals gebruikelijk, het inparkeersysteem neemt de stuurbeweging over.
Een onderdeel van het inparkeersysteem zijn de functies van de parkeerhulp plus link, die u tijdens het inparkeren ondersteunen.
De sensoren van het inparkeersysteem zitten aan de zijkant van de voor- en achterbumper. Let erop dat de sensoren niet door stickers, vuilaanslag of iets dergelijks worden afgedekt, omdat dit de werking van het systeem kan belemmeren. Aanwijzingen voor het schoonmaken link.
Bij korte parkeerruimtes klinkt de aanhoudende toon van de parkeerhulp bij een afstand kleiner dan ca. 0,20 m. Rij niet verder vooruit of achteruit!
ATTENTIE
  • Let op de waarschuwingsaanwijzingen .
  • Let erop dat het inparkeersysteem alleen de stuurbewegingen overneemt. De verantwoordelijkheid voor het remmen en gasgeven ligt altijd bij de bestuurder.
  • De bestuurder moet bepalen of een weergegeven parkeerruimte geschikt is voor de wagen.
  • De wagen schaart tijdens het parkeren uit. Let erop dat u andere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengt.
  • Bij het in- en uitparkeren met behulp van het inparkeersysteem maakt het stuurwiel zelfstandig snelle draaibewegingen. Wanneer daarbij in de spaken van het stuurwiel wordt gegrepen, kunnen verwondingen het gevolg zijn.
VOORZICHTIG
  • Let op de waarschuwingsaanwijzingen .
  • Het inparkeersysteem leidt de wagen zo nodig over de stoep heen of de stoep op, bijvoorbeeld als andere wagens op de stoep parkeren. Let erop dat de banden en de velgen van uw wagen niet worden beschadigd. Neem het stuurwiel bijtijds over.
  • Bepaalde omstandigheden bij de parkeerruimte kunnen ertoe leiden, dat het parkeerresultaat niet zoals gebruikelijk uitvalt:
    • Objecten, zoals pilaren of palen.
    • Bodemgesteldheid, bv. grint, sneeuw of ijs.
Let op
  • Tijdens het inparkeren mag het elektronische stabiliseringsprogramma (ESC) niet zijn uitgeschakeld link.
  • Het parkeren in nauwe bochten is niet mogelijk met ondersteuning van het inparkeersysteem.
  • Het inparkeren met behulp van het inparkeersysteem is bij aangekoppelde aanhangwagen of in het stopcontact voor de aanhangwagen gestoken steker niet mogelijk.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie.