Audi A5/S5   Bediening   Audi active lane assist  lane assist
Geldt voor wagens: met active lane assist
Om het systeem in en uit te schakelen op de knop Afb. 1 drukken. Het controlelampje of in het instrumentenpaneel brandt of gaat uit.
Controlelampjes
Paraat: het controlelampje brandt, als het systeem gereed is. Het systeem kan nu ingrijpen.
Niet paraat: het controlelampje brandt, als het systeem weliswaar is ingeschakeld, maar niet kan ingrijpen. Dit kan onder andere de volgende oorzaken hebben:
  • Er is slechts één of geen scheidingslijn aanwezig.
  • De relevante scheidingslijnen worden niet herkend (bv. bij markeringen voor wegwerkzaamheden, door sneeuw, vuil, regen, tegenlicht).
  • De rijsnelheid ligt onder de activeringssnelheid van ca. 65 km/h (afhankelijk van het land).
  • De rijstrook is smaller dan ca. 2,5 m of breder dan ca. 5 m.
  • De bocht is te scherp.
  • U heeft de handen niet op het stuur.
Aanwijzing
  • Let erop dat het cameravenster Afb. 2 niet door stickers o.i.d. wordt afgedekt. Aanwijzingen voor reiniging Link.
  • Afhankelijk van het land: elke keer dat het contact wordt ingeschakeld, blijft het al ingeschakelde systeem klaar voor gebruik.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie.