Audi A5/S5   Raadgevingen voor het gebruik   Velgen en banden  Bandenspanningscontrole
Geldt voor wagens: met bandenspanningscontrole
De bandenspanningscontrole in het instrumentenpaneel informeert u, indien de bandenspanning te laag is of er een systeemstoring aanwezig is.
De bandenspanningscontrole vergelijkt met behulp van de ABS-sensoren de afrolomtrek en het trillingsgedrag van de afzonderlijke banden. Bij wijzigingen in de bandenspanning van één of meerdere wielen wordt dit op het display in het instrumentenpaneel met een controlelampje en een aanwijzing voor de bestuurder weergegeven Afb. 1. Als het slechts een band betreft, wordt de positie van deze band aangegeven.
Na elke wijziging in de bandenspanningen (omschakelen van spanning voor gedeeltelijke belading naar spanning voor volle belading en omgekeerd) of na het verwisselen of ruilen van een wiel bij uw wagen moeten de bandenspanningen in de MMI opnieuw worden opgeslagen Link. De bandenspanningscontrole bewaakt de door u opgeslagen bandenspanningen. De voor uw wagen aanbevolen bandenspanning vindt u op de sticker op de kopse kant van het bestuurdersportier Link.
Afrolomtrek en trillingsgedrag kunnen veranderen en daarom een waarschuwing bandenspanning tot gevolg hebben, indien:
  • de bandenspanning van één of meerdere banden te laag is,
  • de band schade aan de constructie vertoont,
  • de wielen zijn verwisseld en de bandenspanningen zijn veranderd en niet opnieuw opgeslagen Link.
Controlelampjes
Bandenspanningsverlies bij ten minste één band ATTENTIE!. De band resp. banden controleren en de band(en) vervangen resp. repareren. Bij alle vier de banden de bandenspanningen controleren/corrigeren en deze in de radio of MMI* Link opslaan.
TPMS (Tire Pressure Monitoring System) Bandenspanning: systeemstoring!. Als na het inschakelen van het contact of tijdens het rijden TPMS verschijnt en daarnaast het controlelampje eerst circa een minuut knippert en aansluitend continu brandt, is er sprake van een systeemfout. Probeer de correcte bandenspanningen op te slaan Link. Indien het controlelampje niet uit gaat of na korte tijd weer gaat branden, onmiddellijk naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten repareren.
ATTENTIE!
  • Als de bandenspanningscontrole op het display in het instrumentenpaneel verschijnt, direct de snelheid verminderen en heftige stuur- en remmanoeuvres voorkomen. Bij de volgende mogelijkheid stoppen om de banden en de bandenspanning te controleren.
  • De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor de bandenspanning. Daarom moeten de bandenspanningen regelmatig gecontroleerd worden.
  • Onder bepaalde omstandigheden (bv. sportieve rijstijl, besneeuwd of onverhard wegdek) kan de bandencontrole vertraagd verschijnen.
  • Informeer bij een (Audi-)specialist of voor uw wagen banden met noodloopeigenschappen mogen worden gebruikt. Bij niet-toegestaan gebruik van dergelijke banden komt de goedkeuring voor het gebruik van uw wagen op de openbare weg te vervallen. Ook kunnen schade aan de wagen of, onder bepaalde omstandigheden, ongelukken het gevolg zijn.
Aanwijzing
  • Bij een storing in ESC/ABS valt ook de bandenspanningscontrole uit.
  • Bij het rijden met sneeuwkettingen kan een systeemstoring optreden.
  • De bandenspanningscontrole is afgestemd op uw Audi met banden met de markering „AO“ resp. „RO“ Link. Wij adviseren u alleen deze banden te gebruiken.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie.