Audi A6  Bestuurdersruimte  Bestuurdersinformatiesysteem
Het bestuurdersinformatiesysteem wordt met de toetsen op het multifunctiestuurwiel bediend.
Bedieningsprincipe
Contact inschakelen.
Om tussen de tabbladen te wisselen, drukt u links of rechts op de tuimelschakelaar -1- Afb. 1.
Om meer punten onderaan of bovenaan op te roepen, draait u het menuwieltje -2- naar beneden of naar boven.
Om een keuze te bevestigen, drukt u op het menuwieltje -2-.
Om het submenu van een actief tabblad op te vragen, toets -3- indrukken.
Om een functie van de programmeerbare stuurwieltoets* op te vragen, drukt u op toets -4-.
Wagenfuncties oproepen
Met tuimelschakelaar -1- het eerste tabblad kiezen.
Toets -3- indrukken. Het menu Wagenfuncties wordt weergegeven Afb. 2.
Om een menupunt te kiezen, draait en drukt u op het menuwieltje -2-.
Waarden op nul zetten
In het menu Wagenfuncties de keuzemogelijkheid Boordcomputer resp. Efficiencyprogramma kiezen.
Nu kunt u tussen het reisgeheugen en ritgeheugen kiezen.
Om de waarden van het betreffende geheugen op nul te zetten, drukt u een seconde op het menuwieltje -2-.
Functie op programmeerbare stuurwieltoets opslaan*
Kies: functietoets CAR > keuzetoets (Car)* Systemen > Wageninstellingen > Functie stuurwielknop.
Als u het contact inschakelt, wordt de laatst gekozen functie weergegeven.