Audi A6  Bestuurdershulpsystemen  Hulpsystemen  Audi adaptive cruise control
Geldt voor wagens: met Audi adaptive cruise control
De gebieden van de radar- en ultrasoonsensoren alsmede de videocamera Afb. 1 mogen niet door stickers, aanslag of iets dergelijks worden afgedekt, omdat deze de werking van de adaptive cruise control en de braking guard kunnen belemmeren. Aanwijzingen voor schoonmaken Link. Datzelfde geldt voor technische wijzigingen aan de voorkant.
In sommige rijsituaties is de werking van de adaptive cruise control en de braking guard beperkt:
  • Objecten kunnen pas dan worden herkend, als deze in het herkenningsbereik van de sensoren zijn Afb. 2.
  • Voorliggers vlak voor u, versprongen rijdende of voor u invoegende voorliggers kunnen door het systeem slechts beperkt worden herkend.
  • Moeilijk herkenbare objecten zoals bijvoorbeeld voor u rijdende tweewielers, wagens met een grote bodemvrijheid of uitstekende lading worden vaak pas laat of niet herkend.
  • Bij het rijden in bochten Link.
  • Bij stilstaande objecten Link.
ATTENTIE!
Let altijd op het verkeer, ook bij ingeschakelde adaptive cruise control en bij geactiveerde braking guard. Als bestuurder bent u altijd verantwoordelijk voor het wegrijden, uw eigen snelheid en de afstand tot andere objecten. De braking guard is een ondersteunend systeem. Om een botsing te voorkomen, moet de bestuurder altijd zelf ingrijpen. De verantwoordelijkheid voor het tijdig remmen ligt altijd bij de bestuurder.
  • Om veiligheidsredenen mag de adaptive cruise control op een bochtig traject, bij slecht wegdek en of slechte weersomstandigheden (zoals gladheid, mist, grind, hevige regen en aquaplaning) niet worden gebruikt – gevaar voor ongevallen!
  • Schakel de adaptive cruise control bij het rijden op opritten, afritten of bij wegwerkzaamheden tijdelijk uit. Daardoor voorkomt u dat de wagen ook in deze situaties naar de ingestelde snelheid accelereert.
  • De adaptive cruise control remt niet zelfstandig, als u uw voet op het gaspedaal laat rusten. Dit laten rusten kan de snelheids- en afstandsregeling onderdrukken.
  • Bij nadering van een stilstaand obstakel, zoals bijvoorbeeld de staart van een file, reageert de adaptive cruise control niet en de braking guard met ingeperkte functionaliteit.
  • De adaptive cruise control en de braking guard reageren niet op personen, dieren, kruisende of tegemoetkomende objecten.
  • Reflecterende objecten, zoals vangrails, of wanneer er een tunnel in wordt gereden, hevige regen en ijsvorming kunnen van invloed zijn op de werking van de radarsensor.
Voorzichtig!
Schokken of beschadigingen aan de bumper, wielkuip en onderkant van de wagen kunnen de sensoren verstellen. Daardoor kunnen de adaptive cruise control en de braking guard worden beïnvloed. Laat de functionaliteit door een (Audi-)specialist controleren.