|
Geldt voor wagens met Audi adaptive cruise control
Om de snelheid in stappen van 1 km/h te verhogen of te verlagen, de hendel richting -+- of --- drukken Afbeelding133► tot aan de 1e drukstand.
Om de snelheid in stappen van 5 km/h of 10 km/h te verhogen of te verlagen, de hendel kort richting -+- of --- drukken tot aan de 2e drukstand.
Om de snelheid continu te verhogen of te verlagen, houdt u de hendel richting -+- of -–- vast tot aan de 1e of 2e drukstand, tot de rode led -A- de gewenste snelheid bereikt Afbeelding►.
U kunt de snelheid ook bij niet-actieve adaptive cruise control selecteren, door de hendel in de gewenste richting -+- of --- te bewegen. De geselecteerde snelheid activeert u, door de hendel in stand -1- Afbeelding► te trekken.
Na elke verandering verschijnt de nieuw opgeslagen snelheid heel even in de statusregel Afbeelding► -D-. Bij actieve adaptive cruise control brandt ook het controlelampje en bij inactieve adaptive cruise control het controlelampje . In de Audi virtual cockpit* gaat tevens het controlelampje branden.